Allereerste de beste wensen voor het nieuwe jaar! Een jaar dat coronavrij afgetrapt werd in Kiribati en in Nieuw-Zeeland. Een jaar dat Nederland in eenzelfde situatie hoopt te kunnen afsluiten: coronavrij.
Het is 2021 en ik ben niet langer Brammer meer. Morgen maak ik een nieuw begin als Beleidsadviseur Ruimte bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Wel een gek idee nog, om niet meer samen met BRAM te zijn. Maar ik heb dit mooie hoofdstuk in mijn leven vorige maand met fijne gevoelens afgesloten. Ik blik graag nog een laatste keer terug op mijn relatie met BRAM in de afgelopen 4 jaar.
Mijn relatie met BRAM
Ik leerde veel van mijn BRAM-klussen, maar ik leerde ook van BRAM. Want BRAM en ik maakten samen heel wat mee.
Leven in het nu
Eén van de belangrijkste lessen die ik van BRAM leerde is om meer te leven in het nu. Omdat je als Brammer nooit precies weet wat er volgt na een tijdelijke klus, heb je eigenlijk geen andere keus. Je moet er wel op vertrouwen dat het goedkomt en dat komt het ook. En die les neem ik ook mee in een vaste functie, want hoewel er een schijnzekerheid is dat je verzekerd bent van werk, is eigenlijk niets in het leven zeker. In ieder geval niet je werkgeluk. En daarom is het ook belangrijk te blijven reflecteren op hoe je erbij zit.
Relatieproblemen en liefdeslessen
Ik was verliefd op BRAM, maar droomde altijd maar van meer. En BRAM liet me daarin iets teveel mijn gang gaan. Binnen de vrijheid die ik kreeg ging ik met meerdere andere partners tegelijk in zee. Maar al deze nieuwe relaties lieten zich lastig verenigen met mijn verantwoordelijkheidsgevoel en ik vond het moeilijk om los te laten. Zo leerde ik dankzij BRAM zelf mijn grenzen kennen. En we hebben met name in die periode ook wel wat relatieproblemen gehad. Want ik vond dat we duidelijkere regels moesten stellen in onze relatie en meer moesten werken aan onze toekomst samen, gericht op groei, terwijl BRAM juist ook de vrijheid nodig heeft. Toen leerde BRAM me dat het soms even belangrijker is om eerst aan jezelf te werken.
BRAM leerde ook wat van mij. Netwerken, blijven dromen en blijven proberen: waarom zouden we als Brammers niet kunnen groeien binnen BRAM? Kunnen we als collectief onszelf overstijgen en iets betekenen voor anderen? En hoe zorg je dat je haar goed zit?
BRAM zonder mij
Een nieuw BRAM
In die vier jaar tijd heeft BRAM een nieuw gezicht gekregen! We hebben vier keer nieuwe mensen geworven. Annemarie, Mark, Matthijs, Sharien, Daniëlle, Dorien, Anke – en nu ook ik – verlieten BRAM. Menno, Daan, Yves, Sanne, Tom, Iris, Anoek, Anneke en Sophie kwamen erbij. Frederique en Froukje kwamen erbij en vertrokken weer. En binnenkort starten er weer twee nieuwe Brammers.
Onze gemiddelde leeftijd steeg van 28 jaar toen, naar 31 jaar nu. En daarmee nam ook het gemiddelde aantal jaren werkervaring toe. We begonnen ondernemend, flexibel, verbindend en innovatief en werden professioneel naïef en berekenend rebels.
Een nieuw concept is het niet echt meer, omdat BRAM al meer dan 8 jaar bestaat. Bovendien bestaan er inmiddels vele soortgelijke concepten in overheidsland. Maar vergis je niet: BRAM zal zich blijven vernieuwen.
De mooie mensen bij BRAM in 2020.
Een nieuwe focus
Door mijn vertrek verandert BRAM opnieuw. Er is uiteraard eerst liefdesverdriet, maar hoe zal het daarna verdergaan? Het concept heeft alles al in zich: BRAM werkt, BRAM verspreidt, BRAM ontwikkelt. Dus het is vooral de focus die kan veranderen. Zal BRAM in 2021 vooral weer zorgen voor vernieuwing? Vernieuwt het zelf? En hoe dan? Door nieuw bloed? Een nieuwe zus of broer naast BRIT? In de afgelopen vier jaar hebben we als zelfsturende groep mensen de juiste tools ontdekt om gezamenlijk een koers daarin te bepalen.
En welke rol zal BRAM dit jaar aannemen? Die van rolmodel? Levensgenieter? Rebellenleider? En vormen de Brammers samen vooral een team, een netwerk of lotgenoten? Alleen BRAM zelf kan het weten.
Nieuwe moeder(s)?
Ik kan onze moeders natuurlijk niet vergeten. Voor onze liefde is het ook belangrijk dat we de vrijheid krijgen. De vaste aanstelling en de vrijheid die Eindhoven en de andere moederorganisaties bieden is essentieel om ruimte te scheppen voor vertrouwen en lef. Met de start van mij en 7 anderen als BRAMMER in 2016, ging BRAM van 1 naar 4 moederorganisaties. Zal het aantal moederorganisaties nog eens uitgebreid worden?
Wat moet ik zonder BRAM?
Opnieuw beginnen
Als Brammer begon ik in 4 jaar tijd maar liefst aan 11 nieuwe opdrachten in 5 verschillende organisaties. Soms in een team, een aantal keer losstaand. BRAM en ik hielpen zo onder andere voorkomen dat op die plekken opnieuw het wiel uitgevonden moest worden. Ook nu zal ik met frisse moed opnieuw beginnen, maar dit keer wel zonder mijn werkvrienden bij BRAM.
Een nieuwe vlam
Ik heb nog steeds een zwak voor BRAM en ik had het ook naar mijn zin in Roosendaal en bij andere mooie Brabantse organisaties. Echter, nu ik en mijn echte vriend naar Den Haag willen verhuizen deed zich een mooie kans voor om op nationaal niveau aan de slag te gaan. En nog wel als vertegenwoordiger van gemeenten, met focus op de Omgevingswet en ruimtelijke beleid. Een rol waar ik al langer van droomde en die mooi past in de lijn van mijn laatste klussen, waarin ik Eindhoven en Roosendaal hielp een integrale omgevingsvisie te ontwikkelen. Hoewel ik voor Brabant zal blijven werken is dat vanaf nu niet meer exclusief.
Sommige dingen blijven hopelijk wel bij het oude en zo blijf ik van binnen Brammer voor het leven. Ik wens de Brammers en iedereen die dit leest heel veel geluk, plezier en succes dit jaar!
Geef een reactie